U wordt een dagje ouder en wenst bijvoorbeeld uw kinderen financieel te bevoordelen.
Een bankgift is veruit de meest eenvoudige én fiscaal voordelige manier om dit te doen maar is niet zonder valkuilen.
U vindt hieronder een overzicht van enkele aandachtspunten.
- Neutraal karakter van een onrechtstreekse schenking
Vooreerst moet u weten dat een schenking in principe een notariële akte vereist om geldig te zijn (cfr. art. 931 oud BW).
Één van de uitzonderingen die niet gebonden is aan deze wettelijke vormvereiste, is de onrechtstreekse schenking, zoals een bankgift waarbij de schenker een geldsom overschrijft op de bankrekening van de begiftigde.
Er kan slechts sprake zijn van een onrechtstreekse schenking wanneer de schenking via een neutrale rechtshandeling gebeurt. Dit wil zeggen dat uit de rechtshandeling niet mag blijken of de eigendomsoverdracht uit vrijgevigheid geschiedt dan wel tegen vergoeding. In principe voldoet een overschrijving aan deze voorwaarde: zij kan uit vrijgevigheid gebeuren maar evenzeer ter voldoening van een schuld of ten titel van lening.
Velen menen te moeten verduidelijken dat de overschrijving een schenking betreft en voegen aan de overschrijving de mededeling ‘gift’ of ‘schenking’ toe. Op die manier nemen ze echter het neutraal karakter van de overschrijving weg waardoor een geldige onrechtstreekse schenking plots een ongeldige rechtstreekse schenking wordt wegens schending van de wettelijke vormvereiste (notariële akte).
- Pacte adjoint
Elke schenking vereist steeds 1) de overhandiging van de zaak aan de begiftigde 2) de intentie van de schenker om te schenken (animus donandi) en 3) de aanvaarding van de schenking door de begiftigde. Zodra één van de drie voorwaarden niet is vervuld, is er geen geldige schenking en zal ze vatbaar zijn voor vernietiging.
Om bewijsmoeilijkheden rond ‘de intentie om te schenken’ te beperken is het aangeraden dat schenker en begiftigde ná de schenking een bewijsdocument of een zogenaamde ‘pacte adjoint’ opstellen.
De reden dat de pacte adjoint slechts kan worden opgesteld ná de schenking ligt opnieuw in het behoud van het neutraal karakter van de overschrijving. De pacte adjoint dient louter als bewijsmiddel van een eerder gedane schenking en omvat niet de schenking an sich.
Bij de opmaak van de pacte adjoint moet ook rekening worden gehouden met deze chronologie. Zo zal de pacte adjoint steeds in de verleden tijd worden opgemaakt.
- Risicoperiode
Voor een bankgift geldt geen registratieverplichting. In geval van registratie zal er automatisch 3% of 7% schenkbelasting verschuldigd zijn, afhankelijk van de graad van verwantschap tussen de schenker en de begiftigde. Indien de schenking niet ter registratie wordt aangeboden, dan vangt een risicoperiode van 3 jaar aan (deze termijn wordt bepaald door de fiscale woonplaats van de schenker en is van toepassing voor het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het Waals Gewest geldt sinds 1 januari 2022 een risicotermijn van 5 jaar voor schenkingen sinds voormelde datum), waarbinnen de schenking aan erfbelasting (i.p.v. de lagere schenkbelasting) zou kunnen onderworpen worden.
Indien de schenker overlijdt binnen de risicoperiode, d.w.z. binnen de 3 jaar na de schenking, zal de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) de niet-geregistreerde schenking (waarop bijgevolg geen schenkbelasting werd betaald) immers beschouwen als een legaat en zal er erfbelasting op verschuldigd zijn.
Opdat men in dat geval ten aanzien van Vlabel zou kunnen bewijzen dat de schenking reeds meer dan 3 jaar voor het overlijden plaatsvond, is een vaste datum noodzakelijk. In tegenstelling tot een notariële akte heeft een onderhandse akte (zoals de pacte adjoint) dit niet.
Vlabel erkent evenwel dat een semi-vaste datum volstaat. Aan de hand van de rekeninguittreksels kan de begiftigde bewijzen dat de schenking gebeurde buiten de risicoperiode.
Indien de gezondheid van de schenker plots sterk achteruit gaat, kan tot kort voor het overlijden besloten worden om de schenking alsnog te laten registreren bij het kantoor rechtszekerheid en schenkbelasting te betalen om zodoende te vermijden dat de hogere tarieven van de erfbelasting van toepassing zouden zijn. Zowel de schenker als de begiftigde kunnen de schenking laten registeren maar de schenkbelasting zal steeds verschuldigd zijn door de begiftigde.
Contacteer ons gerust voor meer uitleg over de voorwaarden en modaliteiten die aan de bankgift kunnen gekoppeld worden of voor juridische bijstand bij de redactie en (eventuele) registratie van de pacte adjoint.