Human Rights Unltd. Fried van Hoof Award

Human Rights Unltd. Fried van Hoof Award

“Het bericht van zijn dood trok een donkergrijs gordijn over de zonnige zondag. Wellicht ook over de rest van de week, de volgende maanden. De rouw zal zich ver uitstrekken, wordt tijdloos. Professor emeritus, mr. G.J.H. van Hoof is niet meer. De Europese vlag boven het Mensenrechtenhof mag beslist halfstok. Professor van Hoof was ongetwijfeld één van de meest belangrijke bezielers van de concretisering van het Verdrag voor de Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Mens”, schrijft Walter Van Steenbrugge op 21 mei 2014. Het overlijden van professor van Hoof valt hem zwaar. En hem niet alleen.

Niet veel later besloot het kantoor samen met een aantal intimi van de professor om de Human Rights Unltd. – Fried van Hoof aWard in het leven te roepen. Dat de W een hoofdletter krijgt, heeft alles te maken met de naam van de weduwe van de professor, Marion Ward. De prijs zal telkens gaan naar een persoon of organisatie die zich op uitzonderlijke wijze heeft ingezet voor de mensenrechten. Dat kan heel breed gaan: van een literaire uitgave of een muziekcompositie tot het oprichten van een project.

Nominees

Op zaterdag 10 oktober beslisten de jury over de vijf genomineerden:

Eén van deze genomineerden mag dus als eerste de Fried van Hoof aWard in ontvangst nemen op 8 december in de Vooruit in Gent. De award zelf is het prachtige beeld ‘Blind en Doofstom’ van kunstenaar Marc Leyman.

Fried Van Hoof

Om professor van Hoof en het Europese Verdrag voor de Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Mens te schetsen, citeren we verder uit de In Memoriam van Walter Van Steenbrugge. De woorden klinken soms akelig actueel. Het werk van Fried van Hoof is zeker niet ten einde.

“Dit Verdrag heeft na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog de basisrechten van iedere burger vastgelegd en geïnternationaliseerd. De wereldoorlog had immers duidelijk gemaakt dat landen in staat bleken om andere landen en hun burgers te verdelgen door hun basisrechten te schenden en op willekeurige basis hele groepen mensen uit te roeien. De onwaarschijnlijke barbaarsheid van de Holocaust noodzaakte om op internationale basis samen te werken om zo nooit nog oorlog toe te laten.

Het meest elementaire om dit doel te bereiken was een verankering van onvervreemdbare rechten in een verdragstekst die door alle landen van de Raad van Europa aanvaard werd als een wettelijk instrument dat een hogere werking kreeg dan de eigen wetten van iedere lidstaat. Daarenboven aanvaardde iedere Staat dat het Mensenrechtenhof deze verdragsteksten zou interpreteren en dat elk land zich zou schikken naar de arresten van dit supranationaal rechtscollege.

Dit dubbel principe heeft een niet te overschatten impact gehad op de welvaart en het welzijn binnen Europa, en al zeker in vergelijking met de andere continenten waar de uitvoering van doodstraffen, bloedige discriminaties en andere vormen van barbarij (denk o.a. aan Guantanamo) nog steeds actueel zijn.

Het was van Hoof die jarenlang als mede-auteur van het basishandboek (“Theory and Practice of the European Convention on Human Rights”) het Verdrag uitlegde en de burger de waarde van deze Europese regelgeving bijbracht, die als advocaat de Europese spelregels in concrete zaken toepaste, en als hoogleraar de studenten misschien wel de meest belangrijke lessen in democratie in een heldere taal meegaf.

Professor van Hoof bezat bovendien de gave van het woord. Zowel het geschreven als het gesproken woord, als doeltreffend wapen tegen verdrukking, machtsmisbruik en willekeur.

Van Hoofs’ kracht lag ook in zijn uitstraling. Hij leefde rechtop, niet gebogen en al zeker niet hoofs. Hij bezorgde menig welbespraakte aanklager vaak de stotter.

Zijn visie op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens was steeds gestoeld op de grondgedachte van de integrale rechtsbescherming, voor elkeen, zonder onderscheid naar rang, stand, ras, geslacht of levensbeschouwelijke overtuiging.

Van Hoof becommentarieerde en concretiseerde het recht op leven, op een veilig familiaal- en gezinsleven waardoor de doodstraf mettertijd in de aangesloten staten verdween en vele intrafamiliale problemen op een humane wijze werden opgelost.”

“De Europese burger is de beschermheren van dit Verdrag – waarvan G. van Hoof de meest prominente was in de Lage Landen – enorm schatplichtig. Vaak onzichtbaar maar des te pertinenter. De bescherming die de burger vandaag geniet kon nooit gerealiseerd worden zonder de strakke regelgeving en dito interpretatie van het Verdrag voor de Rechten van de Mens. De verschillende lidstaten hadden zulks nooit gerealiseerd, want geïsoleerd en gevangen door eigen, vaak vastgeroeste en kortzichtige, standpunten.”

“G. van Hoof was ook één en al inspiratiebron. Hij onderlijnde de noodzaak van een kwaliteitsvolle en moedige advocatuur. Wanneer je als advocaat wat schroom vertoonde en hem advies vroeg of je wel creatieve, wat rebellerende, standpunten mocht innemen, vermeide van Hoof zich bij het horen van die vraag en antwoordde, met een knipoog naar Robert Badinter, met de woorden “défendre c’est pas aimer”.

De dood van roerganger van Hoof zal vast tot stuurbreuk leiden, zijn aanhangers paralyseren.

Professor van Hoof maakte in stilte het onmogelijke mogelijk.”

Stichting Fried van Hoof

Marion van Hoof-Ward – Prof. Em. Pieter Van Dijk – Prof. dr. Barbara Oomen – Prof. dr. Yves Haeck – Em. Raadsheer Henri Heimans – Prof. dr. Joachim Meese – Mr. Walter Van Steenbrugge