advocaat walter van steenbrugge

Het woord van Walter – 16 november 2025

Het thema dat dit jaar het binnenlandse nieuws met voorsprong domineerde betrof de overbevolking van de gevangenissen. In die mate dat het zelfs een platitude werd, een afgezaagde klaagzang.

Iedereen is het er over eens : de toestanden in de Belgische cellen zijn inhumaan. Enkel de extreem-rechtse stemmen hoor je niet omdat die vasthouden aan blinde repressie, rassenhaat en vergelding. Het recht is bij hen in prikkeldraad verpakt, met het pistool op zak is de doodstraf nooit veraf.

Ook de magistraten zelf gingen recent achter het spandoek en richtten het vizier op de politici die hen te weinig middelen verschaffen om recht te spreken.
Uiteraard hebben ze gelijk. Het budget voor justitie is een peulschil in vergelijking met dat van de sociale zekerheid.
Rechtszekerheid lijkt nochtans even belangrijk en is al zeker een incentive voor buitenlandse investeerders om de economie van zuurstof te voorzien.

Maar niet enkel met meer geld zul je de problemen oplossen.

Ook visie en zelfreflectie zijn aan de orde.

Zo kun je de overbevolking van de gevangenissen op korte termijn wegwerken door de strategie rond voorhechtenis aan te pakken.

Meer dan 40% van de gedetineerden bestaat immers uit mensen die voorlopig zijn aangehouden, van wie de schuld nog niet vaststaat.

Dat aantal is belachelijk hoog, en al zeker in vergelijking met het buitenland.

Nochtans reikte de politiek via wetgeving alternatieven aan om de opsluiting te vervangen door bvb. een invrijheidstelling onder voorwaarden, al dan niet gecombineerd met het stellen van een borgsom of door een electronisch huisarrest.

Om deze alternatieven te kunnen aanwenden moet je wel beschikken over voldoende persoonsgebonden gegevens van de betrokkene en kennis van zijn/haar vangnet.

Deze informatiegaring vergt tijd en inspanningen.

Beiden zijn er helaas niet of minstens onvoldoende.

Een onderzoeksrechter beschikt, net zoals bijna 200 jaar geleden, over één griffier en de onderzoeksgerechten (de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling) haspelen tientallen zaken af per zitting. Je zult maar nummer 37 zijn van de groep aangehoudenen over wiens verdere opsluiting dient geoordeeld…

Bij gebrek aan voldoende relevante kennis over de voorlopig gehechte en zijn achtergrond worden door de rechters veelal geen risico’s genomen -op gevaar af de hijgende publieke opinie in de nek te krijgen- en worden de aanhoudingen zonder veel uitleg noch motivering met maanden bestendigd.

Ook aan de zijde van het Openbaar Ministerie- dat een cruciale rol speelt tijdens de voorhechtenisfase- is er nauwelijks bereidheid tot het vorderen van alternatieve maatregelen. In bepaalde arrondissementen kun je de procureur makkelijk vervangen door een kleine bandrecorder dat het woord “handhaving” herhaalt. Individualisering en het creëren van alternatieven op mensenmaat? Nooit van gehoord.

Er moet dringend een mentaliteitswijziging komen rond het begrip voorhechtenis en een betere organisatie van de beoordeling ervan.

Wie zegde ooit dat de graad van beschaving van een land het best afgemeten wordt aan de wijze waarop men met gevangenen omgaat?

Walter Van Steenbrugge,
16 november 2025