Het artikel dat recent in Humo verscheen “Een bom onder justitie : het gesjoemel in het magistratenexamen” veroorzaakte niet de spreekwoordelijke explosie die je na lezing ervan mocht verwachten.
Enkel een mogelijke mede-betrokkenheid van een magistrate van het openbaar ministerie bij het hof van beroep te Gent kreeg op de VRT-nieuwssite (01/07/25) nog enige aandacht.
Nochtans was het artikel helder, de inhoud de schaamte voorbij.
Een magistraat van het openbaar ministerie legde bekentenissen af over het doorgeven van examenvragen aan bevriende juristen om toegelaten te worden tot misschien wel het belangrijkste ambt dat er bestaat, dat van aanklager of rechter. In beide jobs moet men dagelijks oordelen over mensen en menselijke schade.
“Oordelen over andermans leven is wellicht het moeilijkste wat er bestaat” liet zich ooit een kandidaat-jurylid ontvallen voorafgaand aan zijn uitloting als jurylid in een assisenzaak. Dat jurylid voegde er nog fijntjes aan toe dat men voor deze job niet enkel over een hoogstaand moreel kompas moet beschikken maar ook onkreukbaar en onpartijdig dient te zijn. Deze man, docent wijsbegeerte, verwoordde het destijds correct.
Wat binnen het parket-generaal te Gent gebeurde is daarom onwezenlijk, zowel qua daad als qua gevolgen :
- Door de fraude werden sommige juristen benoemd die mogelijk niet geschikt zijn voor het ambt dat ze voor de rest van hun leven zullen uitoefenen;
- Een of meerdere leden van het openbaar ministerie zorgden ervoor dat zetelende rechters hen schatplichtig zijn want deze rechters bekwamen hun titel dankzij het openbaar ministerie, een procespartij wiens stellingen dagelijks moeten beoordeeld worden;
- Bepaalde magistraten kregen kennis van de fraude doch waren niet moedig genoeg om de fraude aan te geven.
Eigen reputatie eerst, zoals het gebeurde bij de top van de katholieke kerk die jarenlang wegkeek na de talloze meldingen van seksueel misbruik door leden van hun club.
In plaats van de aangifte, de doofpot.
In 1998 stapte mijn kantoorgenoot, Johan Vande Lanotte, op als minister van binnenlandse zaken toen Marc Dutroux kortstondig kon ontsnappen.
In de huidige examensaga gaat het niet over een ingedommelde Waalse champetter, maar over het malfunctioneren van een instituut dat zich niet laat controleren maar kiest voor het incestueus vasthouden aan de macht.
Indien de bevoegde minister haar politieke verantwoordelijkheid niet neemt mag dit wel verwacht worden van de top van het openbaar ministerie.
Veel andere opties zijn er niet, tenminste als men niet alle geloofwaardigheid wil verliezen.
Walter Van Steenbrugge
6 juli 2025